In bepaalde specifieke gevallen kan een persoon of de personen behorend tot het hoger leidinggevend personeel worden genoteerd als UBO(s) (de ‘Pseudo-UBO’). Bijvoorbeeld als er op grond van aandelen, stemrecht of eigendom geen UBO te achterhalen is. Dit geldt ook voor beursgenoteerde ondernemingen. Deze regeling garandeert dat voor iedere rechtspersoon een UBO kan worden geregistreerd. Het aanwijzen van het hoger leidinggevend personeel is een uiterste terugvaloptie en kan alleen na uitputting van alle mogelijke middelen om de UBO te achterhalen en op voorwaarde dat er geen gronden voor verdenking bestaan, dan wel als er enige twijfel bestaat of de UBO inderdaad de uiteindelijke eigenaar is of zeggenschap heeft.

Voor de toepassing van het begrip moet onder ‘hoger leidinggevend personeel’ het statutair bestuur van de cliënt worden verstaan.